naar inhoudsopgave Erfelijkheidsleer

vorige W W 10 - Points volgende W

Points worden geregeld door een apart genenpaar! En wel eentje waar maar liefst 4 vormen, allelen van bekend zijn! Dat wordt dus een uitgebreidere dominantie-reeks dan we hebben gezien bij B! Iedere kat heeft 1 allelenpaar, dus 2 van die allelen, misschien 2 verschillende, misschien 2 dezelfde allelen. Het gen bepaalt hoe kompleet de kleur door zal dringen - dus een goede afkorting zou dus k kunnen zijn, maar vanwege het engels gaan we over op 'the completeness of color' - dus C.

Iedereen heeft wel eens koorts gehad. En dan voel je je niet zo lekker. Dat komt doordat allerlei processen in je cellen dan niet helemaal lekker kunnen lopen: de temperatuur is niet goed. Al die processen lopen nu eenmaal allemaal het beste bij -voor de mensen- ongeveer 37º C. Katten hebben liever 38º C - 39º C! Dat is trouwens niet helemaal waar: de zaadproductie bij mannen heeft het graag iets koeler - vandaar dat de testikels wat buiten de rest van het lichaam liggen, zodat ze wat koeler zijn, en de zaadproductie toch goed kan verlopen.

Zoiets is eigenlijk ook bij de points het geval! Het gen 'C' maakt een enzym, dat ervoor zorgt dat de diverse ingrediënten dicht bij elkaar komen te liggen en met elkaar kunnen reageren, of samenwerken, om een diepe kleur te krijgen. Zonder dit gen zou er heel weinig kleur komen!

En de verschillende points-allelen maken allemaal dit enzym, maar dan net iets anders, zodat het enzym steeds bij een andere, iets lagere, temperatuur het beste werkt. En die temperatuurverschillen hoeven maar heel klein te zijn! Want waarom is de kop van een siamees donker gekleurd, en de buik licht? Omdat bij de kop de huid direkt op de botten ligt en een beetje koeler is, en op de buik ligt de vacht lekker op doorbloede vet- en spierlagen, lekker warm!

Het allel C (hoofdletter: dominant) werkt goed bij al deze temperaturen: dat het een beetje koeler is op het hoofd, en op de staart, doet dit allel niets. Dat het een beetje warmer is op de buik, ook niet: gewoon doorwerken! Kleur maken!

Nu is er een allel cb dat eigenlijk best goed werkt bij de gewone temperatuur van de kat: dit allel komt bij de Burmees voor. Een ander allel is cs, dat we bij de Siamees zien: dit allel zorgt ervoor dat er duidelijk veel minder kleur wordt geproduceert. Dat komt omdat dit allel het beste werkt bij een wat lagere temperatuur - het vindt de normale temperatuur eigenlijk te warm, en wordt 'lui'. Dus een siamees heeft een veel duidelijkere points aftekening dan de burmees!

Maar dan zijn we er nog niet: er is ook nog een allel ca, en nog een allel c. Deze laatste allelen zorgen voor een albino kat: de kleurcellen in de vacht weken helemaal niet meer: ze vinden alles te warm. Maar als het genotype caca of cac is, werken de kleurcellen in de ogen nog wel, en heeft de kat licht-blauwe ogen met een rossige weerkaatsing. Het 'klassieke' albino type: een witte kat met rode ogen, zou men ook verwachten met genotype cc - maar zo'n kat is nooit gevonden! Waarschijnlijk bestaat het allel c niet in de kat!

De serie allelen op het C locus wordt dan ook wel de albino serie genoemd.

Hoe staat het met de dominantie van de verschillende allelen ten opzichte van elkaar? C, hoofdletter, is inderdaad dominant over alle andere allelen. Onze Maine Coons zijn dus C?, en, als er nooit albino's of points voorkomen, waarschijnlijk CC. "Felix", van de reclame, is ook C?. c, kleine letter, is recessief: een albino kat met rode ogen heeft het genotype cc.

Maar de andere allelen? cb en cs zijn co-dominant: je kunt zien of een kat cbcb, cbcs, of cscs is. Een Burmees is cbcb, een Siamees is cscs, en cbcs ... is een Tonkinees.

Dan is er nog allel ca: dit allel is recessief ten opzichte van C, cb, en cs, maar dominant over c. Maar aangezien c nooit is gezien, is cs recessief ten opzichte van alle andere gevonden allelen uit de C-serie. En c, als het zou voorkomen, is recessief ten opzichte van alle andere allelen van dit gen.


Dus, een 'gewone' kat, zoals Felix, is C?, waarbij de ? kan staan voor elk van de allelen, zoals C, of cb, of cs, of ca (of c).
Een Burmees is cb?, waarbij '?' staat voor cb, of ca (of c), maar NIET cs of C.
Een Siamees is cs?, waarbij '?' staat voor cs, of ca (of c), maar NIET cb of C.
Een Tonkinees is cbcs!
Een albino kat met blauwe ogen is ca?, waarbij '?' staat voor ca (of c), maar NIET cb of cs of C.
En een albino kat met rode ogen - zou cc zijn, en zal zeker beroemd worden als hij/zij ooit gevonden wordt!

Nog een leuk effect: W 11 - Zilver en smoke.