Wat hebben die mengsels uit I 2 nu met ‘genetica’ te maken? Nou, best wel veel. Laten we even verder kijken naar de chocolademelk. Wat kleur betreft, overheerst de kleur van cacao over de kleur van melk, anders gezegd: de cacao domineert de (kleur van) melk, en de kleur van melk ‘treedt terug’ voor de kleur van cacao. Nou: hier komen de termen ‘dominant’ en ‘recessief’ vandaan die in de genetica veel worden gebruikt: de kleur van cacao, bruin, is dominant over de witte kleur van melk. Een moeilijk woord voor 'terugtredend' is recessief (denk maar aan ‘recessie’, een woord waar de economen veel van houden), en de witte kleur van melk is dan ook recessief ten opzichte van de bruine kleur van cacao.
Wat betreft de vloeibaarheid, is het een beetje andersom: de vloeibaarheid van melk domineert nu over het droge karakter van cacao.
Bij het mengsel van sneeuw en melk: de temperatuur komt er tussenin te liggen, dus de warmte van melk is net zo dominant als de koelte van sneeuw, en ook wel: de warmte van melk is net zo recessief als de koelte van sneeuw. Dan zeggen de genetici dat deze eigenschappen warm en koud codominant zijn ten opzichte van elkaar. En ook de kleuren geel en blauw zijn codominant
Maar dit is geen erfelijkheid, zul je zeggen ... en dan heb je volledig gelijk! Want wat nu hebben bekeken is het mengen van 2 afzonderlijke substanties tot 1. Bij erfelijkheidsleer gaat het erom dat 2 OUDERS, DIE ZELF ‘MENGSELS’ZIJN, ZICH (OK, enkel in de eicel en de zaadcel) ONTMENGEN, EN 1 VAN HUN 2 ORIGINELE SUBSTANTIES DOORGEVEN AAN HET KIND ... dat dus een mengsel is van 1 van de 2 componenten van Moe, MET 1 van de 2 componenten van Pa.
Ok, dat was I 3, en nu ken je wat genetische termen. In I 4 - mengen en ontmengen gaan we een 'meng-en-ontmeng voorbeeld uitwerken!