naar inhoudsopgaveErfelijkheidsleer

vorige K K 10 - Genetische termen volgende K


En weer hebben we een stel begrippen gehad, waar we ook speciale termen voor hebben! Dus we gaan de lijst met termen verder uitbreiden.

Chromosoom Een verzameling genen. Ook: één groot molecuul waar kleinere moleculen DNA aan elkaar gerijgd zijn. Je kunt zo'n molecuul zien onder de microscoop!
Homologe chro­mo­so­men Chromosomen komen in paren voor: één van Pa, en één van Moe. Homologe chro­mo­so­men zijn chro­mo­so­men die samen een paar vormen.
Elk gen komt in iedere cel twee keer voor: als het dier homozygoot is, met twee gelijke allelen, en asl het dier heterozygoot is, met twee verschillende allelen. Elk van die twee allelen ligt op 1 exemplaar van een homoloog paar chro­mo­so­men.
 
Autosomen NIET-sex chro­mo­so­men: elk chro­mo­soom dat geen geslachtschro­mo­soom is, is een autosoom. Katten hebben dus 18 paar=36 autosomen, en mensen hebben 22 paar, oftewel 44.
Ze hebben 19 paar chro­mo­somen (ook nog een paar X - Y chro­mo­so­men), en mensen hebben 23 paar chro­mo­so­men (ook nog een paar X - Y chro­mo­so­men).
Geslachts (sex) chro­mo­so­men Het chro­mo­so­men paar dat het geslacht van het individu bepaalt: het X en het Y chro­mo­soom: X - X wordt een vrouwelijk individu, en X - Y wordt een mannelijk individu.  
Geslachts gebonden (sex-linked) Dit wordt gezegd van eigenschappen, kenmerken, die bepaald worden door genen die op de geslachts chro­mo­so­men liggen. Ze liggen dan op het X-chromosoom: het Y-chromosoom bevat weinig genen. Wel het gen dat bepaalt dat het embryo zich als een mannelijk individu zal ontwikkelen! Het gen Orange is bij katten geslachts gebonden. Bij mensen is kleurenblindheid geslachtsgebonden.
Dominantie reeks Meer dan 2 varianten, allelen van een kenmerk, waarbij er één zowel recessief is ten opzichte van een bepaald allel, maar dominant ten opzichte van een ander allel. Bij het gen Black (met allel D van het gen Dilute): Zwart (B) - chocolade (b) - cinnamon (bl).
n Het aantal chro­mo­so­menparen dat iedere cel van een individu van een soort heeft. Dit aantal is vast per soort Voor katten geldt: n=19. Voor mensen geldt: n=23. Bij honden is n=39!
Hemizygoot ~half-zygoot: het individu heeft maar één allel van dat gen, en dat is voor dat individu normaal. Katers zijn hemizygoot voor Orange

Nog even iets over het verschil tussen theorie en praktijk, en dan zijn we klaar voor K 12 - De speeltuin.